Op 21 april 2007 was het dan zover: we begonnen aan het Pieterpad! Om kwart over 2 's middags bereikten we Pieterburen. Iets later dan gepland, in verband met wegwerkzaamheden op de N-zoveel. We waren met zijn drieën, Eric, Marcel (S) en Jack. In Groningen zouden we 's avonds Marcel (K) oppikken, die in verband met andere bezigheden niet de hele dag mee kon. Gea dropte ons bij de parkeerplaats van de zeehondencreche en wenste ons veel succes. Wij lachten nog even voor de foto, want we wisten nog niet welke ontberingen we tegemoet gingen. De bedoeling was om 24 uur te lopen (met natuurlijk zo af en toe een pauze) en dan zouden we wel zien waar we zouden eindigen.
Wij lachten nog even voor de foto...
Het weer was fantastisch, een graad of 16 en zonnig, perfect wandelweer dus, en we begonnen aan...
Het boekje zei "start bij het Wapen van Hunsingo", maar waar we ook keken, nergens was een gebouw met die naam te bekennen, dus de eerste uitdaging hadden we al te pakken! Uiteindelijk herkende Eric het gebouw van het plaatje op het grote bord bij de parkeerplaats. De naam was inmiddels gewijzigd in het iets minder poëtisch klinkende "Bij de buren van Pieter". Aan de muur zat een wegwijzer: "Maastricht 464 km." met een grote pijl: linksaf. Het kon niet missen, dit moest de start zijn van het Pieterpad.
Al te lang hebben we er niet bij stilgestaan, want het zoeken naar de start had al even geduurd en de de St. Pietersberg lag te wachten, en dus zetten we flink de pas erin, Pieterburen door en bij de molen rechtsaf het dorp uit en de vlakte op....
Al lopend vroegen we ons af hoe het nou kon dat er in Pieterburen 464 kilometer werd aangegeven naar Maastricht, terwijl er in het boekje sprake was van 490 kilometer. Maar blijkbaar ligt de St. Pietersberg nog een stuk voorbij Maastricht, hoewel 26 kilometer wel erg ver lijkt. We kunnen nu al opzien tegen dat laatste stuk, na die enorme grote goudgele rakker(s?) op het Freythof. Maar ja, wat is nou 26 kilometer op een afstand van 490 nietwaar? TZT zullen we ons daar ook wel weer doorheen weten te slaan.... De route voerde ons over een asfaltweg, even eraf over het erf van een boerderij en de vervolgens de asfaltweg weer op (we vroegen ons nog af waarom, maar ja, route is route, dus liepen we het maar zo), en door het Oosterbos naar Eenrum. We kwamen nog een groep wandelaars tegen die de andere kant op liep, maar verder was er weinig te beleven onderweg.
In Eenrum kwamen we tot de conclusie dat het in zo'n dorpje altijd wel zondag lijkt. Rust alom, geen sterveling op straat. Met name het Oude Kerkhofspad was uitgestorven, maar dat zal zijn reden wel hebben. Elk nadeel heb z'n voordeel natuurlijk, want het enige bankje dat we tegenkwamen was onbezet. Een prachtige plek dus voor onze eerste welverdiende rustpauze.
Even wat eten en drinken, schoenen uit (tip van zo'n handige hiking-site) en genieten van de rust. Tot onze tevredenheid berekenden we dat we er al meer dan 1 procent van de totale tocht op hadden zitten, en tot nu toe viel het mee....
Vervolgens weer op de been en richting Winsum! We liepen naar Mensingeweer, gingen daar het bruggetje over en langs het water verder. Met moeite konden we de kettingzaag die daar onbeheerd lag laten liggen. De verleiding om er even als een dolle mee door het dorp te rennen was groot, maar wij gingen vandaag voor een hoger doel. We staken de Hoofdstraat over, en volgden de trekweg langs het water (het Mensingeweersterloopdiep), totdat we uiteindelijk bij het Winsumerdiep uitkwamen. Daar sloegen we linksaf, en liepen Winsum in. We liepen door tot de Winsumerstraatweg, staken die over en volgden een wirwar van smalle straatjes, langs de kerk en naar het centrum van het dorp, waar we op het terras van de Gouden Karper nodig aan de volgende rustpauze toe waren.
Daar konden we de tocht tot dusver evalueren. Het ging voorspoedig, was de conclusie. We waren nog geen enkele keer verdwaald, het weer zat mee, de omgeving was mooi, wat wil je nog meer op zo'n dag. Bovendien was het inmiddels ook al wel tijd voor een biertje. Vanaf het terras konden we goed de bezoekers van de plaatselijke viskraam bestuderen en analyseren. Dat bracht ons weer op diverse onderwerpen van levensbeschouwelijke aard, wat genoeg gespreksstof beloofde voor de komende 24 uur.
Met frisse moed vervolgden we vanaf de Gouden Karper de route naar het water, en daarlangs het dorp weer uit en tussen weilanden door. Onbezorgd (of was het overmoedig?) zetten we een liedje in, en wat pastte er beter dan "Het dorp" van Wim Sonneveld? Gelukkig voor de dorpsbewoners waren we al gauw door de in onze herinnering beschikbare tekstfragmenten heen. We moesten over een hek, en tussen de paarden door weer naar een vervolg-pad, dat uiteindelijk weer op een asfaltweg uitkwam. Deze maakte een aantal knikken naar links en naar rechts, en kwam tenslotte uit in Garnwerd, waar het terras van Café Hamming al op ons lag te wachten.
Gelukkig voor de dorpsbewoners waren we al gauw door de in onze herinnering beschikbare tekstfragmenten heen
We namen plaats op het laatste vrije plekje in de zon, en werden meteen herkend door de mensen aan de tafel naast ons. Ze hadden ons al een aantal keren zien lopen, en dachten dat wij het Pieterpad liepen. Wij gaven toe dat dat inderdaad zo was, en vertelden van onze plannen om het in etappes van 24 uur te doen. Dat maakte natuurlijk diepe indruk..... Alsof het voor ons een routine-klus was sloegen wij de inmiddels gearriveerde biertjes achterover. Toen kwam de mevrouw van Hammingh ons vertellen dat het eten klaar was, en of we dat binnen wilden komen opeten, want op het terras werd nog niet geserveerd, zo zomers was het nou ook weer niet. Dat wilden wij natuurlijk wel, en braaf volgden wij haar naar binnen. Natuurlijk smaakte het geweldig, niet alleen omdat na zo'n tocht alles smaakt, maar ook omdat je bij Hammingh gewoon erg lekker kunt eten!. Na nog een biertje werd het wel weer tijd om de weg te vervolgen.
De route kronkelde door het dorp tot we uiteindelijk op een doorgaande weg terecht kwamen, die ons uiteindelijk langs het kerkje van Oostum leidde. Niet veel verder gingen we de weg af, over de veeroosters en door de weilanden, naar het water. We staken de brug over en kwamen uit op de Paddepoelsterweg. Die volgden we tot aan het Winschoterdiep, waar we de rug overstaken en op het bankje nog even genoten van de rust, voordat we ons in het hectische verkeer van de grote stad zouden gaan storten. Het begon inmiddels al donker te worden, vandaar dat we hier nog de laatste foto voor deze avond maakten.....
Vervolgens ging de tocht weer verder, door Selwerd, waar we Marcel (K) belden dat we over een uurtje bij de Van Ketwich Verschuurbrug zouden zijn, vanaf waar hij mee zou lopen. Het werd nog een hele klus om dat vervolgens te halen. Dwars door Groningen gingen we, en bij het station hielden we even pauze. Marcel (S) begon inmiddels behoorlijk last van zijn voeten te krijgen, ondanks alle trainingskilometers die hij volgens hem in de benen had zitten.
Vanaf het station gingen we het Emmaviaduct over en volgden de route langs het Hoornse diep. Bij de brug wachtte Marcel gelukkig nog, en met zijn vieren zetten we de pas er flink in over de kronkelende Hoornse Dijk. Andere Marcel had inmiddels het idee dat zijn sokken ergens dubbel onderin zijn schoenen zaten, hij had toch duidelijk het idee dat hij ergens op liep.... Vlak voor Haren was het tijd voor de volgende pauze, en vonden we een bankje, natuurlijk onbezet zo rond middernacht. Daar kon Marcel even checken of hij echt geen blaren had, en konden we nog even bijkomen voordat de nacht echt zou beginnen.....
We hadden dus maar weinig oog voor de prachtige omgeving van Appelbergen
Na de pauze liepen we aan de andere kant van de snelweg verder, via Sassenhein naar Haren, en via Harenermolen naar de Rijksstraatweg. Daar was het alweer tijd voor een pauze, het was duidelijk te merken dat het beste er op dit moment wel af was. Behalve bij "verse" Marcel dan, die liep nog als een hazewind. Het was goed te merken dat hij die dag niet van Pieterburen naar Groningen had gelopen. (Hoewel hij dan waarschijnlijk ook wel een van de fittere geweest zou zijn, maar nu konden we het tenminste ergens op afschuiven). Na deze pauze was het erg lastig om weer te beginnen. De temperatuur was inmiddels gedaald naar een graad of 4, en dan moet je niet al te lang stil zitten met dodelijk vermoeide benen, dan duurt het toch erg lang om weer op gang te komen. We hadden dus maar weinig oog voor de prachtige omgeving van Appelbergen waar we vervolgens door heen kwamen. In Noordlaren was het alweer tijd voor een pauze, terwijl we net weer warm gelopen waren. In Zuidlaren zouden we bij Eric's werk wel een bakje koffie kunnen halen, maar de afstand tussen Noord- en Zuidlaren had nog nooit zo groot geleken als op dat moment. Hoewel Marcel en Eric het nog wel hadden kunnen halen gingen we toch voor het "samen uit samen thuis" idee, en belden we (om 01:30 uur) Gea of ze ons op kon komen halen.
Al met al hebben we ongeveer 46 kilometer gelopen, in iets meer dan 11 uur. Overdag was het super, maar de kou 's nachts viel ontzettend tegen. Daardoor kon je niet echt uit rusten als het nodig was. Dus was het op een gegeven moment "te moe om door te lopen, en te koud om te stoppen". De volgende keer lopen we 's nachts niet door, maar overnachten we onderweg.