Op zondag 3 november 2013 was het dan zover, de start van het westerborkpad! Er waren wel allerlei afzeggingen, en daarom begon ik alleen. Ik reed met de trein naar Amsterdam, en daar, bij het Centraal station begon de proloog van het Westerborkpad. Net toen ik bij het station weg liepkwam begon het licht te regenen, maar ik had natuurlijk wel een regenjas mee, dus die kon meteen aan.
De route leidde van het station via de Brouwersgracht
De Brouwersgracht is een Amsterdamse gracht die het Singel met de Singelgracht verbindt. De gracht markeert de noordwestelijke grens van de grachtengordel. Tussen de Prinsengracht en Singelgracht vormt de Brouwersgracht de noordelijke grens van de Jordaan. Vanaf 1612 werd vanaf de Brouwersgracht de grachtengordel in zuidelijke richting gegraven. De gracht dankt sinds 1894 zijn naam aan de vele bierbrouwerijen die in de zestiende en zeventiende eeuw in deze buurt waren te vinden.
De route ging verder,langs Singel, Herengracht, Keizersgracht naar de Prinsengracht en vervolgens weer terug naar de Herengracht.
Onderweg kwam ik natuurlijk langs het Anne Frankhuis, waar al een rij toeristen voor stond te wachten.
Het Anne Frankhuis staat aan de Prinsengracht 263-267. In 1940 vestigde Otto Frank zijn bedrijven aan de Prinsengracht 263. Inde loop van 1942 werd begonnen met het inrichten van een schuilplaats op de eerste en tweede verdieping van het achterhuis, op 6 juli 1942 dook het gezin onder. Op 13 juli volgde het gezin Van Pels. In augustus werd een draaikast aangebracht, die de toegang tot de onderduikruimte moest verbergen. In november dook ook Fritz Pfeffer, een kennis van Otto Frank, er onder. Slechts enkele medewerkers waren op de hoogte van de aanwezigheid van de onderduikers. Op de begane grond van het achterhuis bevond zich een magazijn, en de onderduikers moesten daarom overdag heel stil zijn om hun aanwezigheidniet te verraden. Op 4 augustus 1944 viel de Sipo-SD binnen en werden de onderduikers opgepakt. Na verhoor werden ze op 8 augustus in een personentrein naar Westerbork gebracht. Van daaruit volgde op 3 september 1944 het transport naar Auschwitz. Na de arrestatie vond onderduikhelpster Mies Gies de dagboek-papieren van Anne Frank. Na de oorlog overhandigde ze deze aan Otto Frankl de enige overlevende onderduiker Uit het Achterhuis. Sinds 1960 is het Anne Frank Huis voor het publiek geopend.
Vlak bij het Anne Frankhuis staatde Westertoren.
"Vader, moederen Margot kunnen nog steeds niet aan het geluid van de Westertorenklok wennen, die om het kwartier zegt hoe laat het is. lk wel, ik vond het dadelijk fijn en vooral 's nachts is het zo iets vertrouwds", schrijft Anne Frank op 11 juli 1942 in haar dagboek. De Westertoren is de toren van de Westerkerk, Prinsengracht 279, bij de Westermarkt. De toren is eigendom van de gemeente Amsterdam. Het ontwerp van de toren wordt toegeschreven aan Jacob van Campen. In de toren hangen drie gegoten luiklokken die de kerkdiensten aan- kondigen, twee slagklokken die de uren slaan, en een carillon. Na een restauratie in 1959 hangen er in totaal 47 klokken. De torenspits is van 1637. Het is de hoogste kerktoren in Amsterdam.
Tegen het eind van de Herengracht ging de route linksaf, en via Thorbeckeplein en Rembrandtplein verder.
Het Thorbeckeplein ligt haaks op het Rembrandtplein en in het verlengde van de Reguliersgracht. Het plein is genoemd naar Jo. han Rudolph Thorbecke, die een belangrijke rol speelde bij de ming van de Nederlandse grondwet in de 19e eeuw. Het café en variététheater Alcazar, Thorbeckeplein 5, werd op 9 februari 1941 kort en klein geslagen door leden van de WA-dienst van de NSB. Aanleiding was dat in het café nog Joodse artiesten optraden en Joodse gasten werden ontvangen. De politie mocht van de Ordnungspolizei niet ingrijpen. Boven café Alcazar, op de derde verdieping, zaten 14 Joden ondergedoken. Om de verveling te bestrijden ontstond bij de onderduikers het idee om een film te maken, de "Duikjoodbasis". Het scenario voor de film werd geschreven door de toen 13-jarige Henry Robinski. De film werd gedraaid tussen juli 1942 en april1943 en werd opgenomen door een verzetsman die voor de oorlog voor een filmmaatschappij had gewerkt. Op 28 mei 1943 deed de Gestapo een inval en arresteerde bijna alle onderduikers, enkelen wisten te vluchten. In 1983 doken sporen van deze film weer op toen werklui het dagboek van Henry en het script vonden bij de verbouw van het pand op Thorbeckeplein 5. De film is overgedragen aan het Joods Historisch Museum.
Het Rembrandtplein ligt tussen de Reguliersbreestraat en de 5 Amstelstraat. Tijdens de oorlogsjaren waren hier veel cafés die bezocht werden door NSB"ers en Duitsers. Tot aan de Februari- staking waren er veel straatgevechten op dit plein. Op 6 juni 1940 werd het interieur van café De Kroon vernield door Nederlandse nationaalsocialisten, omdat het een "Joodse zaak" zou zijn. Toen er op 9 februari 1941 nog steeds geen bordjes "Joden niet gewenscht" hingen, werden de ruiten ingegooid. Op 15 september 1941 werd alle horeca voor Joden verboden. Op 17 augustus 1942 werden leden van de Amsterdamse politie in bioscoop het Rembrandt Theater voorbereid op hun deelname aan het ophalen van Joden.
Van het Rembrandtplein ging de route naar de Amstel, waar het wat harder begin te regenen. Ik schuilde even in een portiekje tot de ergste bui over was en ging verder. Hier had je een mooi uitzicht op de Munttoren.
De route ging rechtsaf, de Halvemaansbrug over naar de Kloveniersburgwal.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vanaf februari 1941 — was de Kloveniersburgwal de grens van de door de nazi's afgesloten Joodse wijk. In de "Jodenhoek" (tussen het Centraal Station, de Kloveniersburgwal, Waterlooplein, Valkenburgerstraat en Prins Hendrikkade) woonden meer dan 25.000 Joden. In 1944-1945 zat de latere schrijfster Marga Minco ondergedoken aan de Kloveniersburgwal 49. Na de bevrijding hingen er stroken op de gevel met de tekst "Leve de onderduikers".
Iets verderop is de Oudemanhuispoort.
In het openbare deel van de Oudemanhuispoort is 12--2 boekenmarkt. Deze markt ontstond in 1879, toen b ren hun intrek namen in vijftien leegstaande zoger kelkasten. Tot 1941 werd de handel voornamelijk door Joodse boekhandelaren gedreven. Na 1941 werd het Joodse handelaren geleidelijk aan onmogelijk om hun handel voort te zetten. Deportatie naar kamp Westerbork en de vernietigingskampen volgde. Alleen de Joodse boekhandelaren Betsy en Jacques van Kollem overleefden de oorlog en keerden voor enkele jaren terug in de Poort. De verlatenwinkelkasten gingen over in andere handen.
De route ging verder via de Staalstraat richting Waterlooplein. Bij het gebouw van de Nationale Opera en Ballet is een monument geplaatst.
Het Waterlooplein ligt op Vlooienburg. Dit aangeplempte eiland vormde samen met de eveneens eind 16e eeuw ontwikkelde eilanden Marken, Uilenburg en Rapenburg de oude Amsterdamse"Jodenhoek", zoals men dit deel van de Joodse buurt in de volksmond noemde. Het plein ontstond toen in 1882 de Leprozengracht en de Houtgracht werden gedempt. Het stadsbestuur besloot dat de voornamelijk Joodse straathandelaren, die in de omgeving van de Jodenbreestraat handel dreven, hun nering naar het nieuwe plein dienden te verplaatsen. Vanaf 1893 werd het plein een, alleen "szaterdags gesloten, dagmarkt. Als gevolg van de anti-Joodse maatregelen kwam er op 15 september 1941 een eind aan de Joodse markt op het Waterlooplein. Tussen november 1942 en september 1943 was er in de speeltuin van het Waterlooplein een markt die alleen voor Joden toegankelijk was, waar alleen voedsel en textiel verkocht mocht worden. De WA-dienst van de NSB hieldop 11 februari 1941 een "oefenmars" door de oude Jodenhoek. Bij de gevechten die daarop volgden tussen Joodse buurtbewoners en arbeiders uit andere stadsdelen en de WA, raakte NSB'er Hendrik Koot gewond. Drie dagen later overleed hij.
Vlak na het Waterlooplein kwam ik langs het Joods Historisch museum.
Het Hoogduitse synagogencomplex bestaat uit de de Grote en de Nieuwesynagoge, de Obbene en Dritt sjoel. In de Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge werden van 16 tot 26 juni 1941 aanmeldingsbewijzen voor Joden uitgereikt, tegen betaling van1 gulden per persoon. In de grote synagoge werden de Joden dieopgepakt waren bij de razzia van 19 mei 1943, geadministreerd. De laatste dienst werd in 1943 gehouden. Daarna werde de synagoge geplunderd door de Einsatzstab Rosenberg. Het hout werd in de hongerwinter door omwonenden gebruikt als brandstof. De dienst werd hervat op 10 mei 1945. Het gehavende complex werd in 1954 overgenomen door de gemeente Amsterdam en is sinds de omvangrijke restauratie in de jaren 1976-1987 het onderkomen van het Joods Historisch Museum. Museum. In de ruimste zin van het woord biedt het museum, geopend in 1932, een overzicht van het Joodse leven vanaf 1600 tot heden.
Zo'n beetje tegenover het Joods Historisch is het Jonas Daniël Meijerplein.
Jonas Daniël Meijer (1780-1834) was de eerste Joodse advocaat in Nederland. Van 1942 tot 1945 heette dit plein de Houtmarkt. Op 22 en 23 februari 1941 hielden de nazi's razzia"s in de Joodse buurt. Op het Jonas Daniël Meijerplein werden 425 Joodse jongens en mannensamengedreven, die via kamp Schoorl naar Buchenwald en Mauthausen gedeporteerd zouden worden. Als reactie op deze razzia"s werd op 25 en 26 februari op verschillende plekken in Amsterdam het werk neergelegd. De staking breidde zich uit tot buiten de hoofdstad en vormde zo het enige grootschaligeNederlandse protest tegen de Jodenvervolging.
De bezetter brak de staking met geweld. Ter nagedachtenis aan de Februaristaking werd in 1952 de Dokwerker onthuld. Het beeld, van Mari Andriessen, staat vlak voor de 17e eeuwse Potugese synagoge, één van de twee Amsterdamse synagogen die de Tweede Wereldoorlog ongeschonden hebben doorstaan.
Parallel aan het Waterlooplein loopt de Jodenbreestraat, de oude Joodse Wijk.
De eerste Joodse inwoners van Amsterdam, afkomstig uit Spanjeen Portugal, vestigden zich eind 16e eeuw rond de huidige Jodenbreestraat, toen nog een nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. De Centraal-Europese Joden, die in de 17e eeuw in Amsterdam aankwamen, betrokken woningen in dezelfde buurt. Eind 19e eeuw maakte de stijgende welvaart het mogelijk dat verschillendeJoodse gezinnen zich konden vestigen in nieuwbouwwijkenals de Plantage en later in de Transvaal- en Rivierenbuurt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de "oude" Joodse buurt het karakter van een getto met slechts een beperkt aantal ingangen. Na de de Sjoa was de eens zo levendige Jodenhoek verworden tot een verlaten en verwaarloosde buurt, die na 1953 voor een belangrijk deel werd gesaneerd.
De route ging om de Portugese synagoge heen, langs de Hortus Botanicus via de Plantage Middenlaan en linksaf langs het Wertheimpark met het spiegelmonument.
Oorspronkelijk bevond het in 1977 onthulde monument van Jan Wolkers zich op de Oosterbegraafplaats. Wegens ruimtegebrek, gevolg van de toenemende belangstelling voor de jaarlijkse herdenkingen van het Nederlands Auschwitz Comité, werd hetmonument in 1993 verplaatst naar het Wertheimpark. De gebroken spiegels symboliseren volgens Wolkers dat "de hemelna Auschwitz nooit meer ongeschonden is". Onder het monument bevindt zich een urn met as, als stoffelijke herinnering aan de slachtoffers van Auschwitz. Bij het monument, dat sinds de onthulling eenmaal vernield en meerdere malen beschadigd is, vindt ieder jaar de Auschwitz Herdenking plaats.
Het laatste stukje van de proloog ging via de Henri Polaklaan naar Artis, en daar rechtsaf weer naar de Plantage Middenlaan, met aan de overkant de Hollandse Schouwburg.
Geopend in 1892 werd de Hollandsche Schouwburg een populair theater in de Plantagebuurt, waar onder andere in 1900 Heijermans "Ophoop van zegen" in première ging. De nazi's veranderden de naam van het theater in 1941 in "Joodsche Schouwburg", Onder die naam zou hetgebouw tot 1942 dienst doen als podium voor Joodse musici en artiesten die er voor een uitsluitend Joods publiek optraden, In 1942 en 1943werd de schouwburg gebruikt als verzamelplek voor opgepakte Joden uit Amsterdam en omgeving. Na een verblijf van enkele dagen of weken werden zij gedeporteerd naar de kampen Westerbork of Vught. Onder leiding van Walter Süskind, Felix Halverstadt en Henriëtte Pimentel werden circa 600 kinderen via de tegenoverliggende crèche uitde schouwburg gered.
Bij de Hollandse Schouwburg begon etappe 1 van het Westerborkpad, net zoals daar voor veel Joden in de Tweede Wereldoorlog de deportatie naar Westerbork begon.